Hugo Kaagman
Hugo Kaagman (1955) studeerde van 1973 tot 1976 Sociale Geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Aan het eind van de jaren zeventig maakte hij deel uit van de een creatieve groep binnen de Amsterdamse punk- en kraakbeweging. Hij was samen met vriendin Diana Ozon en graffitiartiest Dr. Rat een van de oprichters van het fanzine de Koekrant en de punkclub DDT666. De kraakpanden in de Sarphatistraat waarin Hugo woonde werden door hem in een zebramotief geschilderd en stonden sindsdien bekend als de Zebrapanden. Kaagman was eind jaren zeventig, en ook in het begin van de jaren 80 actief als graffitikunstenaar. Op de muren van het Rijksmuseum spoot hij destijds met verf zijn eigen versie van het Melkmeisje van Vermeer.
In 1983 kreeg hij van de gemeente Amsterdam zijn eerste officiële opdracht: het maken van een graffitikunstwerk op een wand bij de voorlopige Waterloopleinmarkt. Verschillende reizen naar Marokko en Senegal beïnvloedden zijn werk en oosterse decoratiepatronen verschenen in zijn werk. Hij wist dit op creatieve manier te vermengen met Oud-Hollandse ambachtelijke kunst en maakte daarna driftig gebruik van het Delfts Blauw, door hem enigszins spottend “Shocking Blue” genoemd.
In 1993 kreeg hij een grote opdracht van de luchthaven Schiphol voor het beschilderen van een 65 meter lange wand. Hierna volgden talloze andere grote opdrachten zoals het maken van een muurschildering voor het nieuwe Nederlandse consulaat in Sint-Petersburg (in 1998). Ook maakte hij ontwerpen voor 19 vliegtuigen van British Airways Tot de belangrijkste opdrachten van de laatste jaren horen de muurschilderingen in het nieuwbouwproject De Meridiaan in Almere uit 2005 en de Stadshaard in Enschede, door het NRC uitgeroepen tot het lelijkste gebouw van Nederland.
Kaagmans werk is een mengeling van het Westerse, het niet-Westerse, het burgerlijke, het ambachtelijke en het moderne, avant-gardistische, spottend en kritisch en tegelijkertijd met respect voor het artistieke aspect van het ambachtelijke werk.