Magda Luttikhuizen
Magda Luttikhuizen (‘s-Hertogenbosch, 1949) is vanaf haar vroege jeugd gefascineerd door het fenomeen ruimte. De polder, waar zij dagelijks doorheen fietste, met de lange rechte wegen en de eindeloze bomenrijen aan weerszijden, hebben een onuitwisbare indruk op haar gemaakt. Sinds zij zich kan herinneren, is zij al bezig met tekenen en schilderen – vanaf het moment dat zij een potlood en een kwast kon vasthouden.
Haar jeugd bracht zij door in de polder, een omgeving die waarschijnlijk de basis vormde voor haar fascinatie met ruimte en licht. Dagelijks fietste zij ongeveer twaalf kilometer naar de middelbare school, waarbij het landschap en het voortdurend veranderende licht een blijvende indruk op haar maakten. De lange, rechte wegen geflankeerd door bomenrijen zijn tot op de dag van vandaag een terugkerend motief in haar gedachten.
Tegenwoordig woont zij op korte afstand van de zee en maakt zij regelmatig wandelingen langs het strand. De constante verandering van het uitzicht, ondanks de onveranderlijke elementen, blijft haar verwonderen. Ook hier is het overweldigende gevoel van ruimte steeds aanwezig – een gevoel dat zij probeert te vangen in haar schilderijen.
Als kind liet zij ongetwijfeld een spoor van verf- en inktvlekken achter. Een levendige herinnering is een vakantie bij haar grootmoeder, waar zij per ongeluk paarse plakkaatverf op de sprei morste – tot haar opluchting zonder boze reactie. Thuis ging het er soms anders aan toe: een grote vlek Oost-Indische inkt op het tapijt boven bleek niet meer te verwijderen en leidde wél tot enige consternatie.
Tot op de dag van vandaag prijken schrijf- en tekenspullen bovenaan haar verlanglijstje voor verjaardagen en andere gelegenheden. Het lag dan ook voor de hand dat zij na de middelbare school een opleiding aan de kunstacademie zou volgen. Toch koos zij aanvankelijk voor een andere richting.
Zij volgde een opleiding tot onderwijzeres en werkte vervolgens twee jaar in het basisonderwijs. Hoewel zij het contact met kinderen als zeer waardevol ervoer, vond zij in het werk zelf onvoldoende voldoening. Pas later begreep zij dat haar behoefte om zelf creatief bezig te zijn en te maken sterker was dan de wens om les te geven.
Vervolgens volgde zij enkele andere opleidingen en richtingen. Zo behaalde zij een diploma als programmeur, gaf zij les bij de voormalige PTT en studeerde zij vijf jaar Bouwkunde aan de TU Delft. Binnen die studie koos zij steevast vakken die met tekenen te maken hadden.
Na haar huwelijk en de geboorte van haar kinderen bleef zij tekenen en schilderen. Toen de kinderen eenmaal naar school gingen, besloot zij haar passie serieuzer vorm te geven en er daadwerkelijk werk van te maken – wat ooit begon als liefhebberij, groeide uit tot een volwaardige artistieke praktijk.